Een nieuw pensioenstelsel, waarom?
Het is u waarschijnlijk niet ontgaan; ons pensioenstelsel wordt drastisch gewijzigd. Na jarenlange voorbereiding door haar voorgangers heeft Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, op 30 maart jongstleden het wetsvoorstel voor de Wet Toekomst Pensioenen bij de Tweede Kamer ingediend. Daar zal het voorstel na het zomerreces behandeld worden. Het is de bedoeling dat de nieuwe wet per 1-1-2023 ingaat.
Dat is allemaal leuk en aardig zult u denken, maar waarom hebben we een nieuw pensioenstelsel nodig? Is ons huidige pensioenstelsel dan zo slecht? Dat zijn goede vragen. En het antwoord is nee, eerlijk gezegd is ons pensioenstelsel alles behalve slecht! Volgens het jaarlijkse wereldwijde onderzoek van Mercer is het Nederlandse pensioenstelsel zelfs het op één na beste ter wereld! Alleen IJsland doet het beter dan wij. Daar komt bij dat de verhouding tussen het vermogen in pensioenfondsen (€2.060 miljard) en ons nationaal inkomen (BBP) zelfs het hoogste is van alle OESO-landen. Ultimo 2020 bedraagt deze maar liefst 210%. En dat is nog exclusief het pensioenvermogen ondergebracht bij verzekeraars.
We kunnen dus wel stellen dat we een uitstekend pensioenstelsel hebben. Toch is een grondige herziening volgens de Minister en de sociale partners hard nodig. En daarmee hebben zij wel een punt. Ten eerste omdat ons huidige pensioenstelsel te duur wordt. Dit komt met name door de gestegen levensverwachting, de lage rente en niet te vergeten de belofte van een gegarandeerd (en het liefst ook geïndexeerd) pensioen. De resterende levensverwachting van een 65 jarige man of vrouw is met respectievelijk 19,1 en 21,53 jaar flink gestegen t.o.v. de jaren 50 van de vorige eeuw. En de verwachting is dat het de komende jaren blijft stijgen. Samen met de hedendaagse lage rente zorgt deze ontwikkeling ervoor dat de prijs voor een levenslang gegarandeerd pensioen flink hoger is dan vroeger.
Ten tweede is het belangrijk dat de kosten van de pensioenopbouw eerlijker worden verdeeld. Op dit moment is de premie voor bijvoorbeeld €1.000 pensioeninkomen voor alle deelnemers van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds (bijvoorbeeld ABP of PMT) gelijk. Maar omdat de premie voor een jongere veel langer kan renderen dan de premie voor een oudere is dit oneerlijk. In de praktijk betaalt de jongere op deze manier mee aan het pensioen voor de oudere.
De derde reden voor aanpassing is dat het pensioenstelsel steeds minder past bij de huidige tijd. Onze maatschappij is niet meer hetzelfde als in de jaren ‘50 en ‘60 van de vorige eeuw toen het pensioenstelsel is bedacht. Mensen werken niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever en willen steeds meer hun eigen keuzes kunnen maken. Daarnaast willen zij inzicht en inspraak in de manier waarop zij hun pensioen opbouwen. Het huidige pensioenstelsel is daar niet goed op ingericht.
Met de invoering van het nieuwe pensioenstelsel verwacht de Minister ons pensioenstelsel toekomst bestendig te maken zodat een goed pensioen weer voor iedereen bereikbaar wordt!
In mijn volgende column vertel ik u wat door de politiek onder ‘een goed pensioen’ wordt verstaan.